Muziekblog Zeeland
De liefde voor muziek
in de bibliotheek

Een vriend


Magazine NOOT over de Hardcore Scene in Zeeland

Ik heb een vriend. Denk ik. We zijn twee ongelooflijk verschillende mannen, wonen 300 kilometer van elkaar vandaan en ik spreek hem nooit maar dat is in deze op geen enkele manier belangrijk. Ik geloof oprecht dat deze man mijn vriend is. En ik weet eigenlijk zeker dat hij dat ook zo ervaart. Zelfs al kennen we de namen van elkaars kinderen niet.

Het was de eerste dag van het eerste jaar van de middelbare school dat we onze vriendschap baseerden op niets anders dan het feit dat hij lang haar had en een Pantera t-shirt droeg en ik op mijn beurt ook lang haar had en een Offspring t-shirt droeg. Meer dan een binnensmonds ´Cool shirt, man´ was er niet nodig. Hatsta. Vrienden.

Die vriend was ooit een essentieel onderdeel van mijn toenmalige hardcore punkband. Hij wist exáct hoe een hardcore/punk-gitarist zich op een podium diende te gedragen en kende de meeste coole bands. Knap ventje ook nog eens en een allround populaire knaap. Belangrijker nog: Hij (en wij allemaal) liep ‘het loopje’ voor de benodigde 100 %.

Jong zijn en je committeren aan bepaalde subcultuur vergt namelijk inzet en opofferingsgezindheid. Onderschat niet, dat wanneer je binnen de kaders van een subcultuurtje een doel voor ogen hebt, het essentieel is dat je iets tot in de puntjes beheerst. De juiste schoen, de juiste strakke bandshirtjes boven de juiste broek. Ook (en misschien wel júist) binnen de kaders van de punk ‘scene’. Je maakt niemand wijs dat een punk niet ijdel is. Weet je hoe ongelofelijk veel tijd het kost om een hanenkam omhoog te krijgen? Of om je haar te touperen tot grotere hoogten dan Robert Smith? Veel. Geloof me.

Stadsfest, een minifestival in de Stadsdanszaal, georganiseerd door hem en Jeroen Schipper. Die avond speelden Uppercut, Sure en Nuff Said.

Idioot jong
Een ongelofelijk talent op de gitaar bovendien, mijn vriend. Volledig autodidact. Ik geef iedereen die in diezelfde hoek van liedjes maken zit het op een bordje: Deze snaak gaf jullie allemaal op zijn 16e al het nakijken en ik garandeer je dat hij dat nog steeds zou doen. Ik leerde mezelf drummen en was vooral trots om onderdeel en getuige te zijn van al dat talent. We bleken om een of andere reden een tandem, zoals men dat noemt. We klikten. Hij kwam met de vetste riffs en breakdowns en ik begreep wat hij bedoelde en drumde de boel aan elkaar. We waren natuurlijk idioot jong en onervaren, maar we geloofden in onszelf en deden álles wat er nodig was om beter, strakker en harder te worden dan iedere andere band om ons heen. Alles aanpakken, overal bij zijn. Van alle bands die je ging kijken de teksten uit je hoofd leren en vaker stagediven dan de rest van al die andere mietjes. Commitment heet dat in die kringen. Op je zestiende met de trein vanuit Middelburg naar de randstad met je hele hebben en houwen om even een half uurtje lawaai te trappen in een Haags kraakpand voor 4 tientjes en een flesje bier. Absofuckingluut dat we eraan kwamen. Zo veel en zo vaak mogelijk.

Stand Today

Het klinkt vreemd. Maar voor wat het was denk ik nog steeds terug aan dat bandje als relatief succesvol. Begrijp me goed. We hadden geen ‘fans’, we verdienden niets en trokken helemaal geen volle zalen. Maar in de youthcrew/straight edge niche van dat hele genre wat hardcore punk heet wisten er in Nederland opvallend veel mensen wie we waren en verkochten we opvallend veel t-shirtjes. We vielen op denk ik.

Wat waarschijnlijk nog idioter klinkt is dat ik na al die jaren er nog steeds van overtuigd ben dat we de boel serieus aan het schudden kunnen krijgen als we gewoon onverstoorbaar door waren gegaan met onze allergrootste passie: hardcorepunk maken. Er zijn bands die daar al 40 jaar de huur mee betalen. En ik kan me best iets vervelenders voorstellen dan op die manier je dagen slijten.

Te oud
Mijn vriend vertrok uiteindelijk de provincie uit en ik jaren later ook. We zijn elkaar nog wel eens tegengekomen op koningsdag in Amsterdam waar we toentertijd allebei woonden. We dronken een paar pinten en stelden elkaar voor aan onze vriendinnen. We hebben in die tijd zelfs nog een paar keer in een hoofdstedelijke oefenbunker geprobeerd de boel nieuw leven in te blazen. Het bleek een halve poging op momenten dat er in ons aller leven er helemaal geen ruimte voor was. ’ Too old for this shit ‘. Wat een pijnlijk realistische dooddoener.

Mijn vriend heeft nog steeds een gitaar van mij en ik glimlach nog bijna dagelijks om de herinneringen die we gemaakt hebben. De soundtrack bij die herinneringen, is onveranderd. Pijlsnelle en loeiharde punkrock. Bij voorkeur die van ons eigen bandje.

Het was in die scene altijd behoorlijk bon-ton om tijdens je optreden een paar nummers op te dragen aan mensen die iets voor je gefixt hadden. Zo van: ‘Het volgende nummer is voor ‘die en die’. Dank je wel voor het regelen van een slaapplek’. Ofzo. En dan aftikken en spelen.

Hij zal t nooit weten (we preken we elkaar niet zei ik al). Maar dit stukje is voor mijn vriend. Met dank.

DOOR LENNERT OOSTERLING

Artikel NOOT: ZB Tijdschriftenbank Zeeland
Foto’s hardcoreband Stand Today/Upside Down: collectie Lennert Oosterling
Foto Stadsfest in de Stadsdanszaal in Middelburg in 1996: Manuel Noya
Krantenknipsel festival Meker Middelburg: ZB Krantenbank Zeeland


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

RSS