Muziekblog Zeeland
De liefde voor muziek
in de bibliotheek

De ‘butchers cover’ van The Beatles


 

Extract uit een gesprek dat Phons Bakx voerde met Jan Petiet, grammofoonplaten collectioneur
[een publicatie in: «Eens de jonge Zeeuw», boek 2, 2022 – p. 1088-1092]

Een middag spenderend bij een collectioneur van grammofoonmuziek, en dat niet alleen, want Jan Petiet (geb. 1943) heeft ook iets met geluidsdragers van verschillende orde en daterend uit verschillende tijd­lagen. Maar hoofdaandeel van zijn jarenlange collectionisme be­stond uit het vinden van gram­mo­foon­platen met een bijzondere achtergrond. Al rubriceerde hij thuis het tonnenzwaar audio-vinyl op klein, middel of groot for­maat, voor hem zou de visu­a­liteit van de platenhoezen steeds vaker een belangrijke rol mee gaan spelen. Daarover sneed Jan Petiet op 15 februari 2005 voor mijn radioprogramma het volgende controversiële onderwerp aan.

De ‘butchers cover’ van The Beatles

In Jan Petiet’s collectie was vanzelfsprekend een aardig aandeel inge­ruimd voor The Beat­les, en dan heb ik het zowel over al hun singles alsook over hun langspelers. In die Beatles-afdeling heeft Jan twee verschillende exemplaren staan van hun langspeler «‘Yesterday’… and Today», feitelijk een verzameling van enkele singles en het oirbare werk van andere langspelers. Eén van de twee exemplaren stamt uit 1966 en verscheen niet in Europa, maar wel in Amerika.

Slagersjassen
Op de LP-hoes van deze Amerikaanse editie staat een volle afbeelding van de vier Beatles zittend ge­kleed in witte slagersjassen. Daarbij is zichtbaar dat ze enkele ver­minkte en ont­hoofde kinder­pop­pen zonder kleertjes aan over hun schouders hebben liggen, met hier en daar op hun schoot gebeenhouwde rauwe ribstukken van vee dat vers is ge­slacht. En dat ter­wijl de vier jongens uit Liver­pool er tussen zitten met een lichte glimlach op hun mond. De vinyl-plaat met deze hoes werd door de pla­tenmaatschappij Capitol in 1966 in Amerika op de markt ge­bracht. Het is duidelijk dat we wel te maken hebben met een periode waarin The Beatles (enkel met hun vieren) erop uit waren om hun publiek eens goed op het verkeerde been te zetten, in het beste geval zelfs te shockeren. Onder meer door middel van deze platenhoes. Wat is toen al gauw gebleken? Hun aanpak op deze ma­nier ging er bij het grote publiek in Amerika niet in. Dat bracht in korte tijd veel ‘rep’ en veel ‘roer’ teweeg. De publiekelijke afkeer van de butchers-platenhoes gaf aan Capitol Records de door­­slag om na drie dagen alle grammofoonplaten met deze hoes direct terug uit de schappen te halen en ze naar het centrale distributiepunt in Los Angeles terug te dirigeren.

Gemakzucht
Jan Petiet haalt er een kopietje bij van een brief die de directeur van Capitol Records aan alle uitbaters van de pla­­tenwinkels heeft geadresseerd. De brief met datum 14 juni 1966, verzoekt de nieuwe Beatles-plaat «‘Yesterday’… and Today» terug te zen­den vanwaar ze gekomen zijn. Wat heeft Capitol toen in eerste instantie met al die geretourneerde grammofoonplatenbulk willen doen? Eerst lieten ze een com­pleet nieuw foto-ontwerp druk­ken, dat ze voor hetzelfde hoeskarton wilden gebruiken. Eigen­lijk zou alles bij hetzelfde blij­ven, behalve dan dat het butchers-voor­aanzicht op de hoes zou zijn verdwenen. Op het ver­nieuw­de ontwerp ver­schenen de vier Beatles weer op foto, maar deze keer met een grote lege hut­koffer, min of meer tussen hen in ge­plaatst. Dat werd de trunk cover genoemd, zoals de hoes daarna ook blijvend genoemd zou worden. In de rechtopstaande open koffer zit Paul McCartney, de overige drie Beatles zitten en staan er­om heen. Uit gemak­zucht heeft Capitol een flinke partij van de teruggekeerde butchers covers eerst weten te herge­bruiken, door het eerste drukwerk van de butchers cover met het nieuwe druk­werk van de trunk cover te overplakken. Dat gebeurde in Boston. Daarnaast werden er ook nieuwe hoezen bijgedrukt met daarop enkel de nieuwe trunk cover op de voorzijde.

Maar wat zijn plaatliefhebbers uit belang­stel­ling voor deze rariteit in de platenindustrie en hun hang naar collector’s items toen gaan doen? Er ontstond een run op de partij overge­plakte platen die naar de winkel­schappen waren terugge­keerd, om ze thuis van dat nieuwe drukwerk te ontdoen door ze in alle voorzichtigheid met stoom af te weken. To peel off of ‘af-peel-en’ zoals het in het Nederlands is gaan heten. En toen kwamen de excentrieke slagers­jassen weer te­voor­schijn. In 1995 kocht Jan Petiet in Ame­rika zo’n beroemde afge-peeled exemplaar op voor 300 dollar. Dat exemplaar was nog van het oor­spronkelijke Capitol Rainbow-label voorzien, en de ori­ginele bin­nen­­hoes van 1966 zat er ook nog bij. Nu, minimaal 55 jaar na eerste uit­gifte, is het vrijwel on­mo­gelijk om zo’n peeled off­ exemplaar van «‘Yesterday’… and To­day» nog te bemachtigen.

Met rust gelaten
Maar de verwikkeling rond deze legendarische Beatles-pla­tenhoes reikt nog iets ver­der en wordt daardoor unieker. Doordat de eerste lichting in grote getale werd teruggeroe­pen om te worden ge-peeled, zijn de ver­nieuwde hoesversies met de trunk cover eroverheen be­dui­­dend zeldzaam geworden. Toen dat duidelijk werd, ontstond daar weer een collec­tioneurs-run op. Het gaat hier dan om de partij van over­geplakte pla­ten­hoezen die vervolgens niét ge-peeled zijn, maar – om het zo te zeggen – gewoon met rust gelaten werd. In werkelijkheid kwam het erop neer, dat de collectors item-waarde van de partij met ge-peelde, tevens ongemoeid gelaten hoesexemplaren, de andere stapel voorbijstreefde. Men geeft daar momenteel een hogere geld­waarde aan uit dan aan een ge-peelde. Maar reikt de historie eigenlijk niet nog verder, als men bedenkt hoe zeldzaam het kleine aantal exem­plaren dan al niet moet zijn, dat binnen die eerste drie dagen in de winkels over de toonbank is gegaan, en toen er van een dringende landelijke industrial recall nog helemaal geen sprake was?

Een vraag die tijdens het overplakken van de platenhoezen natuurlijk naar boven kwam, was: liet het onderliggende druk­werk van de butchers cover dan geen sporen na in de afbeelding van de trunk cover? Antwoord: over het alge­meen liet de eerste afbeelding zich goed door de tweede be­dek­ken, alleen met dat kleine spoortje van de V-vorm van Ringo Starr zijn donkere trui, dat als grijstint nog lichtelijk door het papier heen scheen. Zijn trui­col kwam namelijk recht onder een blanco ge­deelte van het nieuwe drukpapier te liggen. De aanpak van het beroemde viertal uit Liverpool dateert uiteraard nog uit een tijd waarin zij als jonge kunste­naars het een en ander via beeld­boodschap hebben willen aankaarten. Het gaat om iets wat ik zelf uiteindelijk toch ook maar ‘een viezige beeld­boodschap’ wil noemen. De achterzijde van de platenhoes speelde in de kwestie amper parten, want die bevat de alge­mene tekst­­informatie over de plaat zelf. Wat speelde er nu precies in de achtergrond, waar­door Paul, John, George en Ringo zich op deze manier op de voorgrond hebben willen treden?

Achtergrond

De Australische fotograaf Robert Whitaker (1939-2011) verwerkelijkte in 1966 een conceptueel foto­gra­fisch kunstwerk rond The Beatles en gaf het de overkoepelende titel «A Somnambulant Adventure» [een slaap­wandelaarsavontuur]. Hiervoor had de fotograaf een aantal requisieten verza­meld, waarmee hij het viertal omringde: losse plastic poponderdelen, een paar plateau’s met verse rau­we vleesribben, vier witte sla­gersjassen, een hamer en spijkers, een vogelkooi, wat kartonnen dozen, en ook wat kunst­­­tanden en kunstogen. Met groot genoegen is het viertal op deze excen­trieke fotosessie afgekomen, omdat ze begrepen dat de gebruikelijke gezapige manier van foto’s maken op deze manier uiteindelijk eens werd omzeild. John Lennon lichtte hierop toe, dat het juist deze éne sessie is geweest, die het voor elkaar had gekregen om inspi­rerend op hun eigen verve­ling en wrok in te spelen. Van alle andere manieren van fotografie waren ze allevier al ‘helemaal doodziek’ geworden. Whitaker liet het viertal voor het eerst een heel an­de­re be­na­dering van fotografie beleven, een manier die bovendien ook goed aansloot bij hun gevoel voor zwart­gallige humor. De butchers-foto is niet eens genomen in de opzet om er een platen­hoes van te maken. Toch zijn het The Beatles zelf geweest die de hele fotoreeks voor al hun promotie­doel­einden bij Capitol Records hebben ingediend, ter aanbeveling van de reeks muziek­opna­men die kort daarop de Amerikaanse muziekmarkt zouden opgaan.

Hun daad strookte zelfs niet geheel met de visie van fotograaf Robert Whitaker hierop, maar zowel Lennon en McCart­ney stonden erop dat de éne butchers-foto als een ver­klarend wereldbeeld van The Beatles kon dienen, tégen elke oorlog op aarde, en speciaal diegéne die al langer dan een decennium in Vietnam door­woedde. Volgens informatie van de Capitol-directie is het voornamelijk Paul McCartney geweest, die zich op alle fronten binnen deze tak van de muziekindustrie heeft laten horen en er doordrukte dat de butchers-foto op de voorzijde moest verschijnen van «‘Yesterday’… and Today». En dat is hem ook gelukt. In McCartney’s ogen gold het als “een gezamenlijk kritisch Beatles-com­mu­niqué ten aanzien van het fenomeen ‘oorlog’ in de wereld.” Eerder was al gesuggereerd dat het om een specifieke stellingname zou gaan tégen de Vietnam-oorlog, maar dien aangaande valt er uiteraard weinig tot geen directe symboliek in de afbeelding een verband te leggen. Dit punt alleen al onder­bouwde de zaak onvoldoende om de foto als communiqué naar buiten te brengen.

Naar men beweerde, maakte de hoesfoto grote verontwaardiging los onder het Ame­ri­kaanse publiek, direct in de begin­dagen al toen de platen nog maar net in de winkelschappen belandden. De butchers-hoes werd in totaal 750.000 keer gedrukt en werd over alle staten van Noord-Amerika gedis­tri­bu­eerd, wellicht ook een deel daarvan in Canada. Vanwege de (onvoorziene) com­motie werd de plaat terugge­haald en door een andere omslagfoto uit dezelfde studio van Whi­ta­ker omgewisseld. John Lennon be­schreef de vervangende foto als «een vreselijk ogende foto van ons, die er net zo dom en doodgeslagen uitziet zo­als dat van een onbezorgd viertal dan wel verwacht wordt.»
Volgens het directiestandpunt is dit album ook het enige van The Beatles geweest in Amerika waaraan Capitol Records fors verlies heeft moeten lijden. De contro­verse rond de plaathoes gold als de eerste keer dat het werkstandpunt van The Beatles door de media, distributeurs en ook al hun eigen actieve aanhang ernstig werd bekritiseerd. Terloops beet Lennon nog wat van zich af: «van­wege al deze media-ophef was de but­chers-platenhoes bijna net zo belangrijk geworden als de propaganda rond de oorlog in Vietnam zelf!»

George Martin (1926-2016), hun geliefde producer, herinnert eraan dat de butchers cover de oor­zaak is geweest van de eerste onenigheid die hij met de Engelse band moest aangaan. – George Martin: “Zelf vond ik het walgelijk wat ze heb­­­ben willen aanrichten. Het getuigde rond­uit van slechte smaak.” – Volgens Martin maakte deze kwestie voor één keer goed zichtbaar, hoe The Beatles zich soms als vier absolute gekken konden gedragen. Maar was bij het fotograferen al niet eerder gebleken, dat de vier jongens zich al te zeer in een keurslijf opgesloten voelden, en dat ze alleen maar mochten ‘opzitten en pootjes geven’? Bestond daar bij George Martin dan geen begrip voor?

Dumping Beatles-platenhoezen

Ter afsluiting haal ik verkort de inhoud aan van een memorandumbericht van 28 juni 1966, waarin aan de Capitol-distributie manager R.L. Howe de bevestiging wordt gegeven dat eerder op vrijdag 24 en maandag 27 juni 1966, de vernietiging heeft plaats­gevonden van in totaal 50.700 T-2553-Beatles-platenhoezen met op de voorzijde de gelaakte butchers-foto. De destructie werd op het afval-vernie­tigingsterrein uitgevoerd van het stadje Need­ham in Massachusetts, in die regio bekend als de Need­ham Town Dump. Door een hijskraan met een tweescharige graafbak werd een gat in een drassig ter­reingedeelte opengegraven. Op het moment dat het gat door de Capitol-vertegenwoordigers groot genoeg werd bevonden, vulde dat gat zichzelf al op met grond­water. Ver­volgens werden de stapels Beatles-platenhoezen zo dicht mogelijk bij dat gat neergeworpen. Dan kwam er vanuit een andere hoek een bulldozer aanrijden, die de papiermassa het aarden gat induwde. Hier bovenop werd door de kraan een laag van zeker een halve meter drek vermengd met aarde neergestort. Vervolgens werd die laag andermaal bedolven onder een grote laag (com­pos­t)afval, dat door de tijd heen alleen maar compacter van textuur zou worden.

De opzichter van de dumpplaats liet aan de vertegenwoordigers van Capitol Records ter plekke weten, dat er in de toe­komst absoluut geen graaf­werk­zaamheden op dit terrein zullen worden toegestaan. Vanuit het Capitol-management werd in de tijd daarna nog een aantal controles uitgevoerd of het terrein inderdaad nog onaangeroerd was gebleven. De begraafplaats van de platenhoezen is later volledig opge­schoond en als terrein geëgaliseerd. Het werd opgeleverd als Claxton Field, een plek buiten het stadje, waar tegenwoordig nog overwegend ‘softball’ wordt gespeeld.

DOOR PHONS BAKX

In de collectie van ZB is veel materiaal over en van The Beatles te vinden, van Bladmuziek tot boeken.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

RSS