Gedachteloos scroll ik zomaar een mopje door mijn instagram. Het was de eerste vrijdag van het nieuwe jaar en ik zou die avond een oldschool avondje muziek gaan draaien in mijn oude liefde. Sev. De kroeg waar ik tot op zekere hoogte volwassen werd. Het regende, het was teringkoud en als er een vrijdags equivalent had bestaan voor Blue Monday dan had deze met stip op 1 gestaan. Van die dagen waarvan het bij voorbaat al duidelijk is: het wordt helemaal niets.
En dan. Ik herken ineens een foto op instagram. Een post van Rudeboy Remington. Zanger van de ongenaakbare Urban Dance Squad en muzikaal gezien een van de meest onderschatte mannen van de lage landen. Rapgod. Rockgod. Punker. In elk eerlijk en rechtvaardig universum zou hij een alom gerespecteerd icoon zijn geweest en zou zijn band door iedereen ter wereld geroemd worden als de beste Nederlandse band ooit. Straatlengten voor op wie er dan ook na mag komen.
Een clubje gasten uit de regio Utrecht/Amsterdam die door Bowie en Kravitz en de Peppers gesmeekt werden de voorprogramma’s van hun respectievelijke tours te komen verzorgen. Een band wiens brute crossover ongegeneerd gekopieerd werd. (Rudeboy waarschuwde ons al in het nummer ‘Demagogue’: ‘Wanna see a joke, check a lookalike’). Want luister naar tracks als Good Grief en je weet meteen waar een band als Rage Against the Machine de mosterd gehaald heeft: Dat u vooral niet verder zoekt, het komt hier allemaal zo uit de klei gekropen.
Dat gezegd hebbende zijn er dus maar weinig mensen die nog van het bestaan weten. Rudeboy is nogal hardcore. Het feit dat zijn status zo obscuur is heeft hij vooral te danken aan de eenvoudige waarheid dat hij principes heeft. Hij laat zich niet voor, noem eens iets, DWDD-karretjes spannen omdat hij (zogenaamd) ‘als enige’ toevallig wél net van de reputatie van die ene presentator wist. Een man als hij komt niet om rechtop zitten en pootjes te geven. Hij komt en trekt zijn bek open, of hij blijft waar hij is. Neemt zijn verlies, houdt zijn kaarten tegen de borst maar zijn ziel intact.
Voor de hand liggend voetnootje: Je belandt vrij vlotjes op de stapel ‘has beens’ en verdwijnt zodoende naar de wat rafeligere randen van de underground.
Enfin. Hij had dus een foto gemaakt van het uitzicht van de hotelkamer waar hij blijkbaar verbleef. Op het oog een betrekkelijk inwisselbaar uitzicht. Een willekeurige barbier in een non-descripte straat in een random historische binnenstad in welke streek van ons land dan ook. Soit. Maar. Ik ken dit tafereel. Ik wóón in die stad. Ik heb daar nondeju de dag ervoor nog koffie zitten drinken. Rudeboy is in Middelburg!
Nu liggen mijn fangirl-dagen ruimschoots achter me. Maar eerlijk is eerlijk: mijn hartslag schoot in de versnelling. Wat de fok! Wat doet die man hier in onze stad? Ik heb een goede en dierbare vriend die de scepter zwaait in het lokale poppodium. Ik mag toch hopen dat die mij wel even zou verwittigen als Rudeboy daar zou komen spelen? Een whatsappje verraadt daarna dat hij zit te eten in de herberg. Zo goed als náást seventy-seven dus.
Nu breekt het zweet me uit. Ik moet over een half uurtje draaien en een van Nederlands muzikale grootheden zit hemelsbreed 15 meter van me vandaan lekker te recreëren. Wat kan ik in godsnaam draaien dat die man denkt ‘sodeju, hier in Middelburg draaien ze een lekker plaatje zeg. Die provincialen weten van wanten!’ Wat moet ik ooit aanzetten om deze man zijn avond niet te verkloten?
Waarschijnlijk lag hij al lang en breed te slapen toen het feest eenmaal begon. Maar de verhoogde staat van paraatheid die al deze opwinding had veroorzaakt zorgde er toch maar mooi voor dat er iets gebeurde in die kroeg. Die hele drakerige, post-feestdagen, regenachtig koude vrijdag, kut-vibe smolt als sneeuw voor de zon. Het werd een vrijdag uit de boeken. Iedereen zingen, bijna iedereen dansen, iedereen bezopen. En we weten allemaal door wie dat kwam.
Het kwam, zoals wel vaker, door Rudeboy. Misdadig ondergewaardeerd maar stiekem vaker aanwezig dan hij zelf lijkt te weten.
Volgens mij kan de vinylsingle «Erotica» uit 1969 van de progressieve rockgroep MAN uit Kymrië, rechtmatig op één lijn worden gezet met het atavistisch-middeleeuwse verschijnsel van de Antichrist. Het uitbrengen van deze single moet dan wel tegen het licht worden gehouden, over hoezeer men hiermee tegen het ‘zere been’ van de christelijke machtselite heeft willen schoppen. Een elite die vroeger die grote heerschappij bezat over heel westelijk Europa en ook daarbuiten.
Poenitentialia
Hoezeer de christelijke kerk door de eeuwen heen verdeeld heeft moge zijn, van binnenuit heeft men de lust tot de seksuele bevrediging van het menselijke lichaam alleen maar met vaste hand willen laken. Dat proces zette zich al vanaf de vroeg-apostolistische en patristische tijd in, ergens tussen de eerste en de vierde eeuw. Later zouden daar de gezaghebbende boeken ‘Poenitentialia’ aan worden toegevoegd: gebods- en verbodsrichtlijnen over hoe de seksuele lust diende te worden gekanaliseerd, beteugeld, getemperd, maar het liefst nog gedoofd. Zo’n boek voorzag de kerkdienaren tegelijkertijd, hoe zij mensen door middel van bepaalde uiterlijke kenmerken van hun seksleven moesten vervolgen. Elke handeling stond beeldend uitgeschreven en het leek alsof ze op voorhand allemaal stuk voor stuk door de kerkdienaren zelf waren voorproefd en afgewogen.
Met die ‘Poenitentialia’ haalde de oude kerk zich wel een aantal tegenstrijdigheden op de hals, om namelijk uit te mogen maken hoe het menselijke seksleven diende te verlopen. Volgens opinie van het pontificaat had de middeleeuwse mensheid alleen nog maar aangetoond dat de mensensoort zijn voortbestaan volledig te danken had aan niet-aflatende dierlijke gedragingen. Daarom dat de kerk zich belastte met het aanhouden van een haast onmogelijke middenkoers in het enerzijds aansporen van het seksuele handelen door middel van geboden, en anderzijds in het uitvaardigen van verboden aangaande sommige seksuele handelingen gelijkend op dieren. Kortweg gesproken: er was nu eenmaal seks, en er moest ook degelijk gebruik van worden gemaakt. Maar het institutionele verbod was tegelijkertijd wel zo overweldigend groot, dat de mensen van hun seksleven eigenlijk niet meer durfden te genieten.
Smachtdialoog
Het kan niet veel anders zijn of de producent van de grammofoonplaat «Erotica» heeft bewust of onbewust iets met die middeleeuwse doctrine rond de Antichrist willen uithalen of terughalen. Ongeveer een halfjaar eerder, ook in de eindjaren ’60, werd in Frankrijk een grammofoonplaatje opgenomen met daarop het excentrieke gefluister van Serge Gainsbourg en zijn vriendin Jane Birkin, die een intiem francofoon zuchtliedje wereldkundig maakten met als titel «Je t’aime – Moi non plus». Maar Gainsbourgs’ handgeschreven smachtdialoog zag eigenlijk al in 1967 het levenslicht, althans toen maar zeer kort. Op verzoek van Brigitte Bardot had hij het allermooiste liedje tot dusver geschreven, speciaal voor haar. Gainsbourg nodigde haar dan ook uit om met hem samen de smachtdialoog in de studio op band te laten zetten. Maar Bardots toenmalige echtgenoot, jetset-zakenman Gunter Sachs, ontdekte dit buitenechtelijk gefleem en veranderde terstond in een furie. Bijgevolg werden alle plannen rond de opname direct stilgezet en daarmee belandde de bandopname eigenlijk in een kluis. Tot aan 1986, want toen kwam de opname weer vrij voor het publieke gehoor.
Toch komt die eerste opname met Brigitte Bardot als beduidend prikkelender op mij over, meer dan het grote kassucces met Jane Birkin dat twee jaar later op de markt werd gebracht. In de landen waar de Gainsbourg-Birkin-single verscheen, kwam op de hoes vermeld te staan dat het voor iemand onder de 21 jaar verboden was het plaatje te beluisteren. «Je t’aime – Moi non plus» werd alleszins in Spanje, Zweden, Italië, Portugal, Engeland en Brazilië op de nationale radio aan banden gelegd met die verstande dat het overdag niet vóór 23.00 uur in de nationale ether mocht rondzingen. De plaat werd in ‘L’Osservatore Romano’, het dagblad van het Vaticaan, aangeklaagd. Er is beweerd dat het Vaticaan tot excommunicatie overging van de platenmaatschappij en de distributeur die de single op de Italiaanse muziekmarkt in omloop brachten. Maar wat betekende het gevolg van deze ‘excommunicatie’ concreet? Vanwege de controversiële opstelling van paus Paulus VI en zijn waardigheidsbekleders, meende Gainsbourg wel, en met alle dankbaarheid van zijn kant, juist in hen zijn allergrootste reclameboodschappers te mogen herkennen, want door hen liep de plaatverkoop feitelijk alleen maar hoger en hoger in oplopende aantallen uit de hand.
Vrouwelijk ‘R-rated’ gekreun In Engeland en Wales bleek de uitgifte van de single «Erotica» van Man een heel ander lot te zijn beschoren. De plaat kreeg niet één fractie van de aandacht die Gainsbourg op het Europese continent wel wist binnen te halen. Daarnaast valt er een aanzienlijke gaping te bespeuren in de erotische klankboodschap tussen beide singles. Het ging in beide gevallen niet om ‘picturaal bloot’ waar men van overheidswege dan aanstoot aan zou moeten hebben nemen, maar eerder iets als ‘audio-bloot’. Het behoorde alleszins tot een nieuw pallet van audio-artisticiteit, ditmaal aangetroffen in de niche van de menselijke erotiek, iets dat tot dusver ook ver uit de openbaarheid was gebleven omdat het onoorbaar was. En waar het ene voorbeeld toch een bepaalde (francofone) discretie betrachtte, ging de Welshe pendant (afgezien van de openingssmeekzin) al direct over in algehele nonverbaliteit. In een retrobespreking over de plaat op internet refereert een zekere Antti Kostiainen als volgt: «Man’s “Erotica” is voorzien van vrouwelijk R-rated-gekreun die de vergelijkbare productie van Serge Gainsbourg tot iets als een zandbakspelletje reduceert». Da’s wel heel leuk uitgedrukt. En naar het schijnt, behaalde de Engels-Welshe single op Franse bodem toch ook nog de verkoopstatus van een hit.
Mijn jeugd in Sluis
Zelf [PhB] leerde ik beide platen zo rond mijn dertiende à veertiende in mijn geboortedorp Sluis kennen. Het hoorde natuurlijk dat een snelle jonge ziel bij dit soort klankboodschappen ook zo vroeg mogelijk betrokken raakte. Beide platen belandden daarom ook op mijn draaitafel. Bij mijn zus enkel de Franse pendant. Ik ben geneigd om het verschil tussenbeide te duiden in waar «Erotica» van Man begon, dat Gainsbourg en Birkin het achteraan in hun lied juist voor gezien hielden. Ja, zo puntig was ik als tiener al op het seksleven georiënteerd. De twee plaatjes konden zeer effectief na elkaar worden afgespeeld omdat de pathetische boodschap in elkaars verlengde lag. Niettemin zijn de onderlinge verschillen tussen de platen ook erg groot te noemen. Want «Je t‘aime – Moi non plus» klonk in de seizoenen ná de uitgifte voor iedereen wel zo in het openbaar, terwijl de pendant uit Wales bijna nergens werd gehoord, of anders wel – zoals ik toen al doorkreeg – met de deuren dicht en strikt in behuizingen waar de lichtschijnsels rood kleurden.
Producer John Schroeder van Man, maar allicht ook het bedrijf Pye Studios zelf, zochten duidelijk hun uitdagingen ergens ‘hogerop’ en waagden zich er beduidend harder aan om stelselmatig met een sociaal-politiek conflict te worden geconfronteerd. Daarmee werd de plaat alleszins van elk overwinnend krachtveld uitgesloten, zeker vergeleken met het Parijse koppel, waarvan naar schatting toch minimaal 4 miljoen exemplaren alleen al in de begintijd werden verkocht. Ook betekent het dat er na 50 jaar praktisch geen historisch bericht meer valt te vergaren over de discussies en criteria, die ervoor zorgden dat het grammofoonplaatje in Engeland volledig in de ban werd gedaan. Hooguit laat een spaarzame uitweiding over de plaat weten, dat het vrouwelijk orgasme op de plaat volledig gesimuleerd zou zijn en niets van doen heeft met de lichaamsomstandigheid van het reële volwassen zijn. Ik ga er niet van uit dat uiteindelijk de simulatie de hoofdreden is geweest waarom deze plaat onverwijld uit het openbare leven werd gebannen. Na langdurig onderzoek van mijn kant lijkt het wel alsof omtrent «Erotica» alles is doodgezwegen. Nee, niemand schreef er verder over.
Vrees
In mijn eigen kleine vriendenkring in Zeeuws-Vlaanderen bestond er beginjaren ’70 wel enige hilariteit over dat singletje van Man. Wij wilden – het geschiedde in zover ik weet uitsluitend onder jongens – de plaat allemaal absoluut graag horen, maar tegelijkertijd bestond er een serieuze vrees om deze plaat permanent in onze collectie in huis te hebben. Het was een plaat die vanuit deugnieterij hoe dan ook aan een ander moest worden doorgegeven, want niemand van ons wilde door zijn ouders worden betrapt in het beluisteren van dit soort levensmuziek. De situatie liet zich eigenlijk goed vergelijken met onze eerste blokjes hasjiesj of met de LSD-tripjes: waar in huis moesten we dat in hemelsnaam goed verborgen houden? Maar de mesmeriserende kracht om dat singletje minstens één keer thuis goed te hebben beluisterd door een koptelefoon op mijn oren, was onweerstaanbaar.
Eén vriend van me gebaarde dat er nog veel huiswerk voor ons in het verschiet lag om een vrouw ooit in zó’n staat van opwinding te kunnen krijgen zoals op dat singletje ons werd voorgeschoteld. Ik noem die vriend zijn naam niet, want ik sluit niet uit dat hij alsnog een ferme draai om zijn oren van zijn oude vader zou kunnen krijgen, en dan wel eentje met over al die jaren terugwerkende kracht. Ik blijf er steevast bij nog steeds een ware enthousiasteling te zijn van de rake begeleidingsmuziek die op deze single te horen is (eigenlijk zou ik dat R-rated-kreungesteun nog wel kunnen missen, maar dan is ‘Erotica’ echt ‘Erotica niet meer). Daarnaast ben ik ook nog vol lof over de kwaliteitsmuziek van Man die op kant B van het singletje verscheen, zij het in verschillende landen dan wel van een andere Man-song voorzien [o.m. «Sudden Life» en «Don’t just stand there»].
Over de rockgroep zelf
Man is een zogeheten progrock [=progressieve rock]-groep afkomstig uit de kuststad Swansea gelegen aan de zuidkust van Wales in westelijk Groot-Brittannië. De speelstijl van de groep toont zich zeer gevarieerd, wat de bandleden het zelf ook bemoeilijkt om eenduidig een hoofdgenre te definiëren. De groep, ook bekend als [AKA] ‘Manband’ of ‘Manpower’, is vaak uitgetekend als de ogenblikkelijke reïncarnatie van de Welshe vocalistengroep Jerry Braden & The Bystanders, die eveneens uit dezelfde zuidelijke driehoek Llanelli-Swansea-Merthyr Tydfil afkomstig waren. Een biografisch overzicht wijden aan Man over de periode 1965-2014, zou haast onuitvoerbaar zijn. Het lijkt me geen pretje om de volledige biografie van de band uit te schrijven en nog minder lijkt het me om die achteraf terug te moeten lezen, want de vertakkingen vanwaar de vijf bandleden kwamen, waarheen ze gingen, en zelfs waarheen en naar wie ze zouden terugkeren, vertoont een wijdlopigheid die duizelingen wekt. Inmiddels zijn de drie frontmannen van de groep wel al opgegaan in de vertakkingen van het eeuwige leven. Misschien daarom dat ik me hier slechts tot de groep wil beperken in het korte tijdsgewricht waarin zij hun studiodebuut-langspeler «Revelation» maakten met daarop het legendarische en gelaakte «Erotica».
Vanaf hun beginperiode domineerden zeker drie van de vijf groepsmusici doorlopend het muzikale imago van de band, die daardoor doorslaggevend een gitaarband zou worden en dat ook altijd zou blijven. Zoals ik zei: van die drie musici leeft op dit moment [2019] niemand meer. Er werd een volledige discografie aan Man gewijd, bekend als ‘The Manband Archive’.
Nonconformrock
In juli 2017 telde hun inventarisatielijst in totaal 423 verschillende plaat- en CD-uitgaves, die op 75 verschillende labels, in 24 landen werden uitgegeven. De groep laat zien dat er door hen alleen maar erg veel is gemusiceerd, gecomponeerd en geproduceerd. Ik mag dat enorm graag. Het begon pas later voor mij te dagen, nadat de groep al meer dan 50 jaar bestond, dat Man voor het eigen constituerende landsdistrict Kymrië, een ‘rockgroep suprême’ moet zijn geweest, waarvan het ‘idioom der gitaren’ voor velen permanent legendarisch en onvergetelijk zal blijven heugen. Ik ben vanwege mijn oppervlakkige kennis over de groep geneigd om ze in het frame te plaatsen van fameuze groepen zoals de eigendunkelijke King Crimson, Van der Graaf Generator, East of Eden en zeker ook Family, omdat dit juist groepen waren die in tonaal opzicht zichzelf op een manier ontsponnen die zij zelf ook graag ambieerden. Daarmee durfden zij ook als ‘tot over de rand excentriek’ voor de dag te komen. Zeg maar dat het hier om het genre van ‘nonconformrock’ ging.
Zelf plaatsten de ‘Man’nelieden zich dan nog het meest in de nabijheid van de Amerikaanse groep Quicksilver Messenger Service, een West Coast-psychedelicagitarenband uit de eindjaren ’60, waarmee ze overigens jarenlang intensief contact hebben onderhouden. Ik heb stilaan de indruk gekregen dat de groep Man voor het brede publiek in Nederland niet zoveel betekenis in de wacht heeft weten te slepen, maar in de eigen regio’s van Wales, Engeland en zeker ook in Duitsland, juist des te méér.
De Welshe rockgroep Man was op zaterdag 1 augustus 1970 de topattractie tijdens een muziekfestival op het Molenwater in Middelburg, dat door Burny Bos en de zijnen van ‘Open de Beuk’ werd opgezet. Dit optreden liet ‘audiosporen’ na op bepaalde delen van de nachtelijke stadsbevolking, het meest nog op de patiënten die toen in het Gasthuis ziek lagen te zijn. Algemene jammerklacht: de muziek van gitaarband Man werd loeihard aan zijn publiek uitgedragen.